SV | Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan. |
WLC | בְּתָפְשָׂ֨ם בְּךָ֤ [בַכַּפְךָ כ] (בַכַּף֙ ק) תֵּרֹ֔וץ וּבָקַעְתָּ֥ לָהֶ֖ם כָּל־כָּתֵ֑ף וּבְהִֽשָּׁעֲנָ֤ם עָלֶ֙יךָ֙ תִּשָּׁבֵ֔ר וְהַעֲמַדְתָּ֥ לָהֶ֖ם כָּל־מָתְנָֽיִם׃ ס |
Trans. | bəṯāfəśām bəḵā ḇakafəḵā ḇakaf tērwōṣ ûḇāqa‘ətā lâem kāl-kāṯēf ûḇəhiššā‘ănām ‘āleyḵā tiššāḇēr wəha‘ămaḏətā lâem kāl-māṯənāyim: |
Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!